De nasleep van de SNS Reaal affaire
Op 1 februari 2013 werd SNS Reaal genationaliseerd en werden alle aandelen onteigend door de Nederlandse overheid. Hiermee wilde men een mogelijk faillissement voorkomen. De waarde van de aandelen werd dan ook op nihil bepaald en de vroegere aandeelhouders kregen geen vergoeding. Inmiddels is de SNS bank verder gegaan als de Volksbank, die geheel in handen is van de Staat en is Reaal verkocht aan de Chinese Anbang Assurance Group. De nasleep van de affaire is echter nog niet voorbij.
Juridisch touwtrekken om de waarde van de aandelen
Een groot aantal voormalig aandeelhouders van SNS Reaal heeft zich verenigd in een proces tegen de Nederlandse staat waarin de waarde van het aandeel per datum van nationalisatie in geding is. Omdat dergelijke procedures erg lang duren, is de eerste uitspraak pas eind 2017 gevolgd en die was in het nadeel van de vroegere aandeelhouders. De rechter oordeelde dat het beursbedrijf op het moment van nationalisatie op de rand van faillissement verkeerde en de aandelen geen waarde meer vertegenwoordigden. Natuurlijk is het nog mogelijk om tegen de uitspraak in beroep te gaan en daarmee is de kous nog niet af.
Behalve voor de aandeelhouders is de doorlopende juridische strijd ook van belang voor de houders van derivaten op SNS Reaal. Zolang er geen zekerheid is over de slotkoers van het aandeel op 1 februari, is niet duidelijk hoeveel waarde bijvoorbeeld puts (en overige derivaten) vertegenwoordigen. Een nationalisatie is daarom een zeer ingrijpende gebeurtenis in de beleggingswereld en is tot dusverre in ons land slechts sporadisch ingezet.
De meest risicovolle belegging ooit?
Uit de belasting-jurisprudentie bleek ook dat in Nederland een particuliere belegger een zeer risicovolle belegging aanging op de dag voor de nationalisatie. Hij belegde zijn totale vermogen van 3 ton in aandelen SNS Reaal en was dat meteen de volgende dag kwijt toen de onteigening plaatsvond. Gelet op het systeem van de vermogensrendement heffing diende echter ook over dit verspeelde vermogen nog het fictieve rendement worden berekend en moest er een belastingheffing van 1.2% over dit vermogen worden geheven.
Inmiddels is de kwestie voor de Hoge Raad beland en daar zal de vraag moeten worden beantwoord in hoeverre hier het individueel belang dient te worden afgewogen tegen het algemeen belang. Door het kwijtraken van zijn totale vermogen kwam de ongelukkige belegger onder de armoedegrens terecht en zou hij de belastingheffing niet meer kunnen opbrengen.
Een dergelijke risicovolle belegging raden wij een ieder af, zelfs bij een betrouwbare online broker, die u op deze site kunt vinden.